Hoe breng je een dag op Gili Air door?

30 augustus 2017 - Lombok, Indonesië

Ondanks de moskeeguiden via de luidsprekers in alle vroegte hebben we een prima nachtrust gehad. Het enige geluid verder zijn de vogels, die de dag verwelkomen. Jimmy en Gee staan direct weer voor ons klaar met thee en maken een prima ontbijtje. Op Gili Air, wat in zo’n 2 uur rond te lopen is, draait veel, zo niet alles om het strandleven, snorkelen en duiken. Ik heb helaas geen duikbrevet en we zijn hier tekort om er één te halen. Mireille gaat daar sowieso niet doen. Dus wordt het vandaag eerst het eiland verkennen, wat we op de fiets doen. Langs het strand loopt een pad wat grotendeels uit hard zand bestaat maar ook voor een deel uit mul zand, dat  wordt dus lopen. We hebben ook gezien op internet dat er hier 2 caches van geocaching liggen. Na de coördinaten op de GPS ingevoerd te hebben, vinden we ze allebei, maar één kunnen we niet voorzien van onze gegevens, omdat het er te druk is. We moeten hiervoor nog een keer terugkomen, in de hoop dat er niemand dichtbij zit, die ziet wat we doen. 

Vanaf Gili Air zijn de andere eilanden Gili Meno en Gili Trawagan goed te zien en daarachter zien we ook de Gunung Agung vulkaan van Bali. Van een Duitse dame van een duikschool horen we dat om de reuzenschildpad met zekerheid te zien, we naar Gili Meno moeten. Daar is een soort plateau in zee waar zij vaak op zitten. Door de duikers die er elke dag komen, zijn ze ook niet erg schuw meer volgens haar. Dat lijkt ons leuk om te gaan doen, maar zo’n tour bewaren we voor morgen. We gaan eerst ons rondje afmaken en vervolgens gaan we vanaf het strand de zee in om te snorkelen. Over het rif heen wordt het al flink diep en we zien vele kleurrijke vissen. We brengen de rest van de dag op het strand en zee door met even een tussenpauze bij een restaurantje aan het strand. ‘s-Middags gaan we nog een keer snorkelen en als we net wat dieper zijn, tikt Mireille me aan. Er zwemt een hele grote reuzenschildpad onder ons door. Wat een prachtig dier is dat om te zien. Met gracieuze en trage bewegingen met zijn poten glijdt de schilpad door het water, af en toe aan de oppervlakte komend om even lucht te happen en dan zijn tocht weer voort te zetten. We volgen op korte afstand, hetgeen de schildpad best vindt, want het slaagt totaal geen acht op ons. Soms houdt hij in en raken we elkaar even kort aan, maar ook daar wordt de schildpad niet onrustig door. Het zoekt gewoon door naar eten tussen het koraal. Na de schildpad een aantal minuten gevolgd te hebben, laten we het verder zijn weg vervolgen. Een mooie ervaring nu al en hopelijk een mooie voorbode voor onze excursie morgen. We hebben namelijk besloten om met een boot mee te gaan die op een aantal plaatsen rondom Gili Meno stopt waarna je al snorkelend de onderwaternatuur kunt gaan zien. 

Na het strand is het tijd voor een andere bezigheid hier op het eiland, namelijk relaxen. En na relaxen is het al weer enige tijd donker en tijd om een restaurantje op te zoeken. Via tripadvisor op internet krijgen we een goede tip, met hoge klantwaarderingen voor een warung. Het blijkt de warung te zijn waar we gisteren ook geweest zijn. We gaan hier nog eens heen. Het eten is er lekker en de prijzen voor de gerechten de helft of éénderde van de prijzen langs het water. We nemen Chicken Martbak, een grote loempia-achtig gerecht, gado-gado en een currygerecht. Er wordt ons ook een schaaltje zelfgemaakte sambal voorgezet. 90% cabe (kleine chilipepertjes) en 10% bruine palmsuiker (gula merah). Dit is echt heel pittig en ze lachen al bij de gedachte wat die buitenlander nu gaat doen als ik 2 theelepels opschep. 2 Lepels blijken ook net te veel te zijn om de gerechten zelf ook nog lekker te laten smaken, maar ik kan er wel goed tegen. Na een heerlijke royale maaltijd (totaal ca. 10 euro, 4 gerechten en inclusief drankjes) wandelen we in het donker, midden over het eiland door de dorpjes met locals. De mensen leven hier in alle eenvoud en hebben maar heel weinig voorzieningen. De mensen hier hebben volgens mij ook maar weinig contact met de toeristen en leven hun eigen leven. Hier en daar worden we wel begroet en ik antwoord dan terug in het Indonesisch. Ik leer per dag een aantal woorden bij. Maar op Gili is dat in het toeristische deel niet eens nodig, want je wordt hier altijd in het Engels aangesproken.

De late avond breng ik door op het terrasje voor ons huisje van deze dagen. Het is er nog heerlijk warm en weer erg stil.