Sightseeing in 1 dag

23 oktober 2016 - Chiang Rai, Thailand

Vandaag worden we rond 8 uur opgehaald door Paphi voor een tour in de omgeving. We gaan met nog 5 andere packpackers (uit Engeland, Zwitserland en Amerika) in een minivan op stap. Allereerst rijden we naar Singha Park (van Singha Bier) naar een theeplantage. De plantage ligt een stukje ten zuiden van Chiang Rai. Het park ziet er erg netjes uit. Ik dacht bij aankomst dat we op een golfclub waren beland. De theestruiken worden allemaal netjes geknipt en we kunnen tussen de struikenrijen doorlopen. Het uitzicht over de heuvels, vol met theestruiken is mooi. Na een half uurtje rondgekeken te hebben, vervolgen we onze weg nog een stukje naar het zuiden. Als we in de verte een grote rij busjes zien, weten we dat we er bijna zijn. We komen aan bij Wat Rong Khun (de witte tempel). Het doet erg sprookjesachtig en ook wel wat kitscherig aan, maar het is zeker de moeite waard om te bezoeken. De vele Chinezen die er zijn, zeker nu op zondag, doen niets anders dan foto's van elkaar of zichzelf maken en hebben totaal niet door hoeveel details er in en om de gebouwen verwerkt zijn. Het zijn er teveel om allemaal te kunnen zien.  De ontwerper heeft de hemel en de hel samengevat in het tempelcomplex. De tempel is te bereiken via een loopbrug die de tijdslijn van het leven symboliseert en waar je pas op kan komen als de 2 bewakers aan het begin van de brug je toegelaten hebben. Voor velen is het verlangen naar een bestaan in de hemel groot en dat verlangen naar iets wordt uitgebeeld met van alle soorten handen die uit de grond komen. En ga je naar de hel dan kom je bij de lugubere doodskoppen. De tempel is nog niet eens oud. In 1997 is men er aan begonnen en nog zien we een paar gebouwen die half casco zijn gebouwd en waar men met de uitbreidingen bezig is. Men zegt dat de tempel pas in 2070 af zal zijn. De fel brandende zon, die weer zijn best doet om nog warmer te zijn dan gisteren zorgt er ook voor dat de witte glinstering van de tempel soms pijn aan je ogen doet. Na het witte gebouw rijden we naar het noorden naar een zwart complex, Baan Dam, wat men the Black House noemt. Dit is een verzameling van houten gebouwen, in de kleur zwart met overal elementen die de dood weergeven, zoals de vele schedels van ossen, krokodil, slang enz. De in originele stijl gemaakte gebouwen van een kunstenaar die erg op mr Kesuke Miyagi (karatekidfilm) lijkt, vind ik mooi,  de moderne bouwwerken die ook op het terrein staan vind ik als een tang op een varken slaan. Maar toch leuk om even gezien te hebben. Het busje rijt verder richting het noorden en we komen bij een Karen dorp. Hier wonen, werken en handelen het longneckvolk, de Karen, die ooit uit Myanmar de grens over zijn gevlucht naar Thailand waar de koning ze toeliet in de bergen te wonen. De langnekken komen door de vele ringen die de dames om hun ek hebben opgestapeld. Vanaf hun 5e levensjaar komt er elk jaar een ring om hun nek bij en als ze 20 zijn,  komt er vanaf die leeftijd om de 5 jaar een ring bij. Sommige vrouwen hebben ook ringen om hun benen. We zien een vrouw die wel heel veel ringen om haar nek heeft. Ze heeft een echt giraffennek. Dat lijkt me niet gezond en is het ook niet. De ringen samen wegen namelijk zo'n 2,5 kilo. Er wordt ons verteld dat Longnecks hun vrouwen op deze manier wilde beschermen voor aanvallen van tijgers. Die konden zo niet bij de nek, wat voor een tijger de plek is om een prooi zo snel mogelijk te doden. Maar dit verhaal is nooit echt bewezen. Om het dorp in te mogen, moeten we wel wat extra betalen. In een paar lange rijen staan kramen met schragen opgesteld waar in elke kraam een longneckvrouw of -meisje zit, weeft, of als graag geziene fotomodel met de toerist op de foto gaat. Echt oude vrouwen zien we niet en als ik er later naar vraag, blijkt dat de grote ringen rond de nek niet alleen slecht is voor de nekwervels, maar de slechte levensstijl,zorgt er ook voor dat ze niet echt oud worden. Voor ons is het wel wat commercieel en erg op de portemonnee van de toerist berekend. Maar als we achter deze kramen door lopen zien we de manier hoe ze hier leven. In schamele hutten, langs hard geworden modderpaden is het leven hier zwaar lijkt me. Electriciteit komt via zonnepanelen die de schotelantenne voedt, maar verder is er niets van enig comfort. 
Na een wat langere rit komen we bij Wat Tham Pla, die ze de Vissenstaart noemen, maar ook
Monkey Cave, vanwege de vele makaken die er vrij rondlopen. De Wat Tam Pla is een grot die we met meer dan 200 zeer ongelijklopende treden van steen bereiken en waar het goed donker is. We lopen de trap overigens op met onze groep en zijn bewapend met lange latten van Bamboe om de makaken van ons af te houden. Boven aangekomen is er in de Grot natuurlijk ook weer een Boeddha-monument en gedenkplaats. Na de apen vertrekken we voor een lunch in buffetvorm met thaise gerechten. Het is ondertussen al 2 uur en we kregen al behoorlijke trek. We zijn dan in Mae Sai, de noordelijkste plaats van Thailand en onderdeel van de golden Triangle-route, de beruchte opiumroute van vroeger (of misschien nu ook nog wel). Als we bijna bij de douanepost naar Myanmar zijn, gaan we een onmogelijk straatje in. Het is er amper 2,5 meter breed en dan staan er aan beide kanten nog winkeluitstallingen en kraampjes en lopen er honderden mensen. Langzamer dan stapvoets en alles en iedereen ontwijkend rijden we door deze mensenmassa heen om daarna een stijle rit naar de top van de berg te nemen tot bij De Scorpion Tempel. Vanaf hier heb je een mooi uitzicht over Myanmar, de smalle Mae Sai rivier die de grens vormt en de stad Tachilek|. Helaas gaan we niet even kort de grens over maar vervolgen we de Golden Triangle route. We arriveren in Sop Ruak, de officiële centrumplaats van  de Golden Triangle vanwege de papaverteelt en de daarmee de productie en smokkel van opium. We bezoeken het opiummuseum en het drielandenpunt, Thailand, Laos en Myanmar en met China op korte afstand. Als Nederlander worden we meteen als expert aangezien door de medereisgenoten, want ja Nederland is synoniem voor coffeshops. Op de trugreis naar Chiang Rai bezoeken we nog een eeuwenoud ruïnecomplex met overblijfselen van een oud tempelcomplex. Daarna is het tijd om terug te rijden en komen we na een uur aan bij onze homestay. Deze dag hebben we veel gezien, veel gezweet, veel gedronken, veel foto's gemaakt en veel genoten van Thailand.

Foto’s

1 Reactie

  1. Els Sprangers:
    24 oktober 2016
    Heb net jullie uitgebreid reisverslag zitten lezen. Zie alles zo voor me!! Prachtig! Groetjes!!